Lichtjes
πΊπππ π π ππ πππππ
Onopvallend, heel eenvoudig
Kwam Hij bij ons op bezoek
Kindje van gewone ouders
Warm gehouden in een doek
Wie herkent de Vredevorst
Drinkend aan zijn moeders borst
Bijna niemand die toen zag
Dat God in mensenarmen lag
Onopvallend, heel eenvoudig
βt Leek een nacht zoals altijd
Maar het bleef niet bij het oude
Niets zou meer hetzelfde zijn
Wie herkent de mensenzoon
In een kribbe met wat stro
Bijna niemand die toen zag
Dat God zelf in hun midden lag
Onopvallend, heel eenvoudig
Vraag ik of U bij me komt
Of U, als mijn hart soms koud is
Ook in mij geboren wordt
Wilt U in mijn midden zijn
Als een babyβtje zo klein
Wilt U, net als toen die nacht
Zijn waar niemand U verwacht
Licht schijnt onze wereld in
God kwam hier verstopt als kind
En wij weten, sinds die nacht
Is God met ons, elke dag
πΆππππππππππ
| π©πππ
π³π¬π½