𝒁𝒂𝒍𝒊𝒈 𝑯𝒊𝒋

Zalig hij, die in dit leven Jacobs God ter hulpe heeft; Hij, die door den nood gedreven, Zich tot Hem om troost begeeft; Die zijn hoop, in ‘t hachlijkst lot, Vestigt op den HEER, zijn God ‘t Is de HEER, wiens alvermogen ‘t Groot heelal heeft voortgebracht; Die genadig uit den hogen Ziet, wie op Zijn bijstand wacht, En aan elk, die Hem verbeidt, Trouwe houdt in eeuwigheid. Psalm 146:3,4